Het recente onderzoek naar inkomen en levensomstandigheden, uitgevoerd in 2024, over het inkomen vanaf 2023, laat de volgende belangrijke inzichten zien over armoede, ongelijkheid en inkomenstrends in 2023:

Bescheiden armoedevermindering

Het armoederisicocijfer is licht gedaald tot 16,6% in 2023, wat wijst op enige verbetering, hoewel 1,76 miljoen mensen hierdoor nog steeds worden getroffen.

Ongelijke vooruitgang tussen leeftijdsgroepen

Armoede nam af onder kinderen en volwassenen in de werkende leeftijd, maar nam aanzienlijk toe onder ouderen, wat wijst op een ongelijke vooruitgang.

Werkgelegenheidseffect

Bij zowel werkenden als werklozen daalde de armoede, wat duidt op verbeterde inkomensniveaus of sociale vangnetten.

Rol van sociale overdrachten

Sociale uitkeringen speelden een grotere rol bij het terugdringen van armoede dan in de vorige periode, wat wijst op het toenemende belang ervan bij het ondersteunen van kwetsbare bevolkingsgroepen.

Verbeterde inkomensongelijkheid

Metriek voor ongelijkheid, zoals de Gini-coëfficiënt en inkomensratio's, vertoonde verbetering, wat wijst op een eerlijkere inkomensverdeling.

Stijgende inkomens

Zowel het mediane als het gemiddelde inkomen is in 2023 gestegen, dankzij de economische groei en hogere inkomens. Over het geheel genomen laat het onderzoek vooruitgang zien op het gebied van armoedebestrijding en inkomensgelijkheid, maar het belicht ook hardnekkige uitdagingen, met name voor ouderen en sociaal uitgesloten groepen.

Credits: Afbeelding meegeleverd;

Volgens PORTUGAL DECODED verklaren experts de stijging van het armoederisico onder ouderen door het feit dat pensioenen worden berekend door het INE, dat dit jaar een verandering onderging, en door het feit dat de armoedegrens in één jaar tijd steeg van 591 euro naar 632 euro. "Als we kijken naar de enquête van vorig jaar, kunnen we zien dat ongeveer 100.000 ouderen binnen dat inkomensbereik (tussen 591 euro en 632 euro) leefden", vertelde een expert aan Público. Experts suggereren dat deze stijging verband zou kunnen houden met migratie, waarbij ze erop wijzen dat de stijging sterk geconcentreerd was in het grootstedelijk gebied van Lissabon, een regio met een hogere concentratie migranten. Met betrekking tot de enquête was het zeer de vraag hoe politici hebben gereageerd op de nieuwe cijfers, vorige week nog bezocht president Marcelo Rebelo de Sousa een voedselbank en hij benadrukte dat armoede "hoger is onder ouderen". Hij merkte ook op dat er in Portugal "tekenen van economische groei zijn, maar dit is een heel slecht moment voor Europa." Hij voegde eraan toe: "In Portugal hebben we het zo goed mogelijk doorstaan, maar de gevolgen worden gevoeld, vooral door degenen met de minste middelen, de meest kwetsbaren." Ondertussen stelde de secretaris-generaal van de Communistische Partij (PCP), Paulo Raimundo, dat een "loonschok" noodzakelijk is om de levensomstandigheden te verbeteren. Met betrekking tot de kosten van dit voorstel beweerde Raimundo dat het land de "middelen, voorwaarden en hulpbronnen" heeft om het nationale minimumloon te verhogen tot 1.000 euro, waarbij hij benadrukte dat "de loonkosten van bedrijven gemiddeld ongeveer 18% van hun totale uitgaven uitmaken". De regering en andere politieke partijen zijn hier niet genoemd omdat zij geen commentaar hebben gegeven op de cijfers.

Het volledige rapport kan hier worden gelezen: https://www.ine.pt/xportal/xmain?xpid=INE&xpgid=ine_destaques&DESTAQUESdest_boui=646323673&DESTAQUESmodo=2&utm_source=substack&utm_medium=email