De inkomensdaling in het eerste jaar van de pandemie heeft Portugal volgens gegevens van Eurostat in 2021 naar de achtste plaats op de lijst van Europese landen met het hoogste risico op armoede en sociale uitsluiting geduwd.
De verslechtering van de nationale relatieve positie vindt plaats nadat het nationale cijfer bij het laatste nationale onderzoek naar inkomen en levensomstandigheden was gestegen tot 22,4%, waarbij meer dan 2,3 miljoen mensen onder de armoedegrens leven, in omstandigheden van ernstige materiële deprivatie of met zwakke banden met de arbeidsmarkt waardoor zij in een situatie van sociale uitsluiting terechtkomen, volgens gegevens die eerder dit jaar door INE zijn vrijgegeven.
Het armoedecijfer, dat alleen betrekking heeft op personen met een inkomen onder de armoedegrens (554 euro netto per maand), steeg tot 18,4%, wat neerkomt op 1,9 miljoen mensen.
Het percentage van armoede en sociale uitsluiting steeg met 2,4 procentpunten en het armoedecijfer met 2,2 procentpunten in Portugal.
De stijging met 2,4 procentpunten van het armoede- en uitsluitingspercentage in Portugal is de ergste verslechtering van de omstandigheden van gezinnen in het Europese blok, waar ondanks de gevolgen van de pandemie 12 landen erin geslaagd zijn de bevolking uit de armoede te halen.
Roemenië handhaaft de slechtste indicatoren, met meer dan een derde van de bevolking (34,4%) in een situatie van armoede of sociale uitsluiting, gevolgd door Bulgarije (31,7%), Griekenland (28,3%), Spanje (27,8%), Letland (26,1%), Italië (25,2%) en Litouwen (23,4%).
De beste indicatoren worden verkregen door Tsjechië (10,7%), Slovenië (13,2%) en Finland (14,2%).
Gemiddeld voor het blok is het percentage armoede en uitsluiting gestegen tot 21,7%, een stijging van een tiende, en betreft het 95,4 miljoen mensen.