"Verblijfsvergunningen voor investeringen zullen niet langer mogelijk zijn op basis van investeringen in onroerend goed in Lissabon, Porto, de Algarve en aan de kust. Eenmaal verworven, kunnen voor huisvesting bestemde eigendommen alleen toegang krijgen tot deze regeling als zij zich bevinden in de autonome regio van de Azoren en Madeira of in gebieden in het binnenland", aldus het deel van het verslag dat betrekking heeft op Portugal.
Anderzijds wordt erop gewezen dat "de grensbedragen voor investeringen in onroerend goed echter niet worden gewijzigd: deze blijven op 500.000 euro of 350.000 euro indien het gebouw ouder is dan 30 jaar".
"Voor verblijfsaanvragen voor investeringen om andere redenen zullen hogere investeringsdrempels gelden. De grens voor kapitaaloverdrachten is verhoogd van 1 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro", aldus de OESO.
Zij zegt ook dat de minimumeis voor overdrachten voor onderzoeksactiviteiten, deelname aan investerings- en/of risicokapitaalfondsen en de oprichting van commerciële ondernemingen is verhoogd van 350.000 tot 500.000 euro.
"Voortdurende inzet"
De OESO wijst erop dat Portugal een "voortdurend engagement" heeft gehad om een "veilige, ordelijke en regelmatige" migratie te bevorderen en zegt dat de nieuwe versie van het nationale plan voor de uitvoering van het Global Compact voor migratie wordt voorbereid, dat rekening zal houden met "beste praktijken, maar ook met de huidige uitdagingen".
In de analyse van Portugal wijst de OESO ook op het werk dat de Portugese regering heeft verricht om de gevolgen van de Covid-19 pandemie voor de aanvraagprocedures voor visa en verblijfsvergunningen, die zijn opgeschort, tot een minimum te beperken.
In die zin benadrukt zij dat "alle buitenlandse burgers met lopende zaken bij de Dienst vreemdelingen en grenzen (SEF), die tot 31 december 2021 een aanvraag hebben ingediend, zich tijdelijk in een situatie van regulier verblijf in het land bevinden en toegang hebben tot gezondheidszorg, sociale steun, werkgelegenheid en huisvesting".