Helena was getrouwd met de Romeinse keizer Constantius I Chlorus, die om politieke redenen afstand van haar deed. Toen haar zoon Constantijn I de Grote in 306 keizer werd in York, maakte hij haar keizerin-weduwe en onder zijn invloed werd ze later christen. Ze was toegewijd aan haar oudste kleinzoon, Crispus Caesar, die Constantijn titulair heerser van Gallië maakte, maar problemen binnen de keizerlijke familie culmineerden in de executie van Crispus en Fausta, Constantijns tweede vrouw en Crispus' stiefmoeder.

Daarna deed het verhaal de ronde dat Fausta Crispus had beschuldigd van een poging haar te verleiden - vandaar Crispus' executie in 326. Fausta werd op haar beurt aangeklaagd door de door verdriet geteisterde Helena en kort daarna geëxecuteerd. Onmiddellijk na de dubbele tragedie maakte Helena een pelgrimstocht naar het Heilige Land. Ze liet kerken bouwen op de vermeende plaatsen van Christus' Geboorte (in Bethlehem) en Hemelvaart (bij Jeruzalem).

Credits: PA; Auteur: PA;

Vóór 337 werd in Jeruzalem beweerd dat het kruis van Christus was gevonden tijdens de bouw van Constantijns kerk op Golgotha, onder een tempel van Venus die op die plek was afgebroken. Later in de eeuw werd de ontdekking toegeschreven aan Helena.