In een verklaring stelt de gemeente dat het gaat om "de mogelijke toekenning van een titel voor aquacultuuractiviteiten (TAA) voor de uitbreiding van de productie van mediterrane mosselen in open zee", tussen de gemeenten Lagos en Vila do Bispo, door het bedrijf Finisterra.
De gemeente beweert dat de vestiging van de mariene wateren, met een totale oppervlakte van 2.956 vierkante meter, "schadelijk zou kunnen zijn voor de visserij, de scheepvaart en het toerisme en daarmee voor de lokale economie en het sociale weefsel van de Algarve".
Volgens de lokale overheid zijn er honderden ambachtelijke vissersboten actief in het gebied en zij wijst erop dat de uitbreiding "een negatief effect zal hebben op deze activiteit, die een bron van inkomsten is voor meer dan 300 gezinnen". Tegelijkertijd, voegt zij eraan toe, "zal het ook gevolgen hebben voor de vangst van pelagische soorten (sardines, horsmakreel en makreel), demersale soorten [die op de zeebodem leven] en weekdieren, schelpdieren, naast andere soorten".
"Recreatievaart, zeetoerisme, evenementen en maritiem-toeristische exploitanten zullen ook de gevolgen ondervinden van deze operatie, wat leidt tot schadelijke gevolgen voor de gemeente Lagos, die nauw verbonden is met dit gebied", aldus de nota.
De gemeente zegt dat de veiligheid "een ander punt van zorg is", aangezien dit type infrastructuur apparatuur (kabels en boeien) met zich meebrengt die "de navigatie conditioneert, vaak met slechte bewegwijzering die een gevaar kan vormen voor mensen en eigendommen, naast het beschadigen van de reputatie van het gebied".
"Gezien het gebruikelijke scheepvaartverkeer aan de westkust van de Algarve bestaat ook het risico dat pleziervaartuigen uitwijken naar het nationale grondgebied of er zelfs niet aanmeren", aldus het rapport.
Ondanks het feit dat de lokale overheid het belang van aquacultuur in open zee en de bijdrage ervan aan de economie van het land erkent, heeft ze aan het Directoraat-Generaal voor Natuurlijke Hulpbronnen, Veiligheid en Maritieme Diensten laten weten "het totaal niet eens te zijn" met de toekenning van de vergunning.
Tegelijkertijd "waarschuwde het voor de noodzaak om de wetgeving die dit soort activiteiten reguleert opnieuw te bekijken", aldus de nota.