Haar vader, Pepijn I, was burgemeester van het paleis onder de Frankische koningen en haar moeder, Itta, zou verwant zijn aan de bisschop van Metz. Als jongste kind in een vooraanstaande familie werd van Gertrude verwacht dat ze zou trouwen en via het huwelijk politieke allianties zou versterken. Op 10-jarige leeftijd weigerde ze echter brutaal een aanzoek van de zoon van Koning Dagobert en verklaarde ze dat ze ongehuwd wilde blijven en haar leven aan Christus wilde wijden.
Kloosterleven
Na de dood van haar vader in 640 probeerde Itta Gertrude te beschermen tegen ongewenste huwelijkskandidaten door een dubbel klooster te stichten in Nivelles - een voor mannen en een voor vrouwen - waar Gertrude abdis werd. Onder haar leiding bloeide het klooster op als een centrum voor liefdadigheid en gastvrijheid. Gertrude wijdde zich aan het bestuderen van de Schrift en het zorgen voor mensen in nood, waaronder zieken en ouderen.
Hoewel de heilige Gertrude vooral bekend staat om haar vroomheid en liefdadigheidswerk, ontwikkelde ze ook een opmerkelijke band met dieren, vooral knaagdieren en katten. In de middeleeuwen waren ratten veelvoorkomend ongedierte dat aanzienlijke gezondheidsrisico's met zich meebracht; daarom zochten mensen voorspraak bij heiligen als Gertrude om zich tegen dit ongedierte te beschermen. Vanwege haar rol als beschermster tegen knaagdierplagen werd ze op de iconografie vaak afgebeeld met muizen of ratten aan haar voeten.
Na verloop van tijd evolueerde deze associatie naar een verband met katten. Omdat katten natuurlijke vijanden zijn van muizen en ratten, werden ze verbonden met de heilige Gertrude door hun gedeelde rol in het bestrijden van deze plagen. Gertrude niet alleen aanroepen als beschermer tegen knaagdieren, maar ook als beschermheilige van de katten zelf.
Gertrude stierf op 17 maart op de jonge leeftijd van 33 jaar na jaren van dienst als abdis en verzorgster binnen haar gemeenschap. Ze werd meteen na haar dood vereerd; er werden kerken ter ere van haar gebouwd en vele wonderen werden tijdens haar leven aan haar voorspraak toegeschreven.
Door Teresa Mulgrew