Bij vrouwen is de kans om een urineweginfectie te krijgen groot. Sommige experts schatten het levenslange risico op een infectie op 1 op 2, waarbij veel vrouwen soms jarenlang terugkerende infecties hebben. Ongeveer 1 op de 10 mannen krijgt in zijn leven een urineweginfectie.

UTI's zijn een belangrijke reden waarom artsen vrouwen vertellen dat ze van voor naar achter moeten afvegen na een toiletbezoek. De urinebuis (buis die de urine uit de blaas stoot) ligt dicht bij de anus. Bacteriën uit de dikke darm, zoals E. coli, kunnen soms in de urinebuis terechtkomen. Van daaruit kunnen ze zich naar de blaas verplaatsen en, als de infectie niet wordt behandeld, je nieren infecteren. Vrouwen hebben een kortere urinebuis dan mannen. Hierdoor kunnen bacteriën gemakkelijker de blaas bereiken. Geslachtsgemeenschap kan er ook voor zorgen dat bacteriën in de urinewegen terechtkomen.

De symptomen van een urineweginfectie kunnen zijn: een branderig gevoel bij het plassen; een frequente of intense aandrang om te plassen, ook al is de hoeveelheid soms erg klein; troebele, donkere, bloederige of vreemd ruikende urine; je moe of beverig voelen; koorts of koude rillingen (een teken dat de infectie de nieren kan hebben bereikt); pijn of druk in de rug of onderbuik.

Een infectie kan in verschillende delen van de urinewegen voorkomen. Afhankelijk van de locatie heeft elk type een andere naam. Blaasontsteking (treedt op in de blaas): men kan het gevoel hebben vaak te moeten plassen, of het kan pijnlijk zijn. Pijn in de onderbuik en troebele of bloederige urine; Pyelonefritis (treedt op in de nieren): dit kan koorts, koude rillingen, misselijkheid, braken en pijn in de bovenrug of zij veroorzaken en Urethritis (treedt op in de urinebuis): dit kan afscheiding en een branderig gevoel bij het plassen veroorzaken.

Als er een UTI wordt vermoed, is het noodzakelijk om medische hulp te zoeken. Een urinemonster zal worden getest om vast te stellen welke bacteriën de UTI veroorzaken. Als UTI's vaak voorkomen en je arts een probleem in de urinewegen vermoedt, kan een echografie, CT-scan of MRI-scan nodig zijn. Ze kunnen ook een lange, flexibele buis, een cystoscoop genaamd, gebruiken om in je urinebuis en blaas te kijken.

Als de arts denkt dat je dat nodig hebt, zijn antibiotica de meest gebruikelijke behandeling voor urineweginfecties. Zoals altijd is het belangrijk dat je alle voorgeschreven medicijnen inneemt, zelfs nadat de symptomen zijn verbeterd. Veel water drinken helpt ook om de bacteriën uit je lichaam te spoelen.

Als je drie of meer UTI's per jaar hebt, vraag je arts dan om een behandelplan. Enkele opties zijn: een lage dosis van een antibioticum gedurende een langere periode om herhaalde infecties te helpen voorkomen; een eenmalige dosis van een antibioticum na geslachtsgemeenschap, wat een veelvoorkomende trigger is voor infecties; antibiotica gedurende 1 of 2 dagen elke keer dat de symptomen zich voordoen; een niet-antibiotische profylaxe behandeling.

Met de volgende tips kun je voorkomen dat je opnieuw een urineweginfectie oploopt: leeg je blaas vaak zodra je de behoefte voelt om te plassen; haast je niet en zorg ervoor dat je je blaas volledig hebt geleegd; veeg van voor naar achter af nadat je het toilet hebt gebruikt; drink veel water; verkies douchen boven baden; blijf uit de buurt van sprays voor vrouwelijke hygiëne, geparfumeerde douches en geparfumeerde badproducten, ze zullen de irritatie alleen maar verhogen; reinig je genitale gebied vóór geslachtsgemeenschap; Als je een pessarium, ongesmeerde condooms of zaaddodende gel gebruikt voor geboorteregeling, kun je misschien beter overstappen op een andere methode (pessariums kunnen de groei van bacteriën bevorderen, terwijl ongesmeerde condooms en zaaddodende middelen de urinewegen kunnen irriteren); houd het genitale gebied droog door katoenen ondergoed en loszittende kleding te dragen. Draag geen strakke jeans en nylon ondergoed; deze kunnen vocht vasthouden en zo de perfecte omgeving creëren voor de groei van bacteriën.

Neem voor meer informatie contact op met Grupo HPA Saude op (+351) 282 420 400.