Volgens een rapport van het Instituut voor de Duitse Economie (IW) was het de op zeven na grootste nettobegunstigde met 2 227 miljoen euro, een waarde die, gedeeld door de bevolking van ongeveer 10,6 miljoen mensen, 215,94 euro per burger zou opleveren. Duitsland blijft de grootste nettobetaler en Polen is de grootste begunstigde.
Net als vorig jaar was Polen de grootste nettobegunstigde, met een totaal van 8 154,20 miljoen euro. Op enkele miljarden achterstand staan Roemenië (5.994,02 miljoen euro) en Hongarije (4.561,50 miljoen euro).
Omgekeerd hebben tien landen een negatief nettosaldo tussen bijdragen en het geld dat ze uit Brussel hebben ontvangen, namelijk Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Zweden.
Duitsland (17.433,48 miljoen euro) blijft de grootste nettobetaler aan de Europese Unie, vóór Frankrijk, dat vorig jaar bijna 8.957,14 miljoen euro meer betaalde dan het terugkreeg. Italië staat op de derde plaats met een nettobijdrage van 4.504,37 miljoen euro.
In termen van nettobetalingen per hoofd van de bevolking blijkt uit de berekeningen van het Duitse instituut dat Ierland Duitsland voorbijstreefde, met 236,08 euro per persoon tegenover 206,28 euro, terwijl alleen Italië (76,35 euro) een nettobijdrage per persoon van minder dan 100 euro had.
Van de 17 netto-ontvangers gaat Estland aan kop, een land waar elke burger 626,90 euro zou ontvangen als de Europese fondsen eerlijk verdeeld zouden worden, terwijl Kroatië (602,18 euro per persoon) en Letland (601,67 euro) dicht in de buurt van dat cijfer komen.
In termen van netto waarde per hoofd van de bevolking en bruto nationaal inkomen (BNI) staat Portugal op de 12e plaats: de 215,94 euro die in 2023 aan elke burger in het land zou worden uitgekeerd, komt overeen met 0,86% van het BNI.