Het gaat om het nieuwe wereldwijde minimum belastingregime, gebaseerd op de verplichte omzetting van de Europese richtlijn, gebaseerd op de modelregels van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), met als doel agressieve belastingplanning tegen te gaan en te proberen eerlijke concurrentievoorwaarden te scheppen voor bedrijven wereldwijd.

De regeling verplicht groepen multinationale ondernemingen of grote nationale groepen om het effectieve tarief van de inkomstenbelasting te berekenen dat wordt betaald in elk van de rechtsgebieden waar de groep aanwezig is. Wanneer deze belasting minder dan 15% bedraagt (in welk geval er sprake is van een laagbelastende jurisdictie), mogen staten een aanvullende belasting heffen tot deze drempel, die moet worden betaald door de moedermaatschappij van de economische groep.

Het tarief van 15% is een minimumtarief, dus geen enkele staat wordt verhinderd om hogere belastingtarieven toe te passen op winsten die in zijn rechtsgebieden zijn behaald. Dit kan echter ten koste gaan van het concurrentievermogen. Tegelijkertijd is het ook een effectief tarief, dus het wordt berekend na toepassing van belastingvoordelen en andere vrijstellingen of aftrekposten op het inkomen of de belastinggrondslag.

De regeling voorziet ook in enkele overgangsregels, die bijvoorbeeld situaties uitsluiten waarin de gemiddelde inkomsten van entiteiten in een groep minder dan 10 miljoen euro bedragen en een nettowinst van minder dan een miljoen euro hebben. Het bepaalt ook dat grote multinationals onder het minimum 15% belastingregime aan boetes zullen ontsnappen tot belastingjaren die beginnen in 2026 en eindigen voor 2028.

De regeling zou in Portugal betrekking moeten hebben op 2.700 tot 2.800 entiteiten, waarvan de meerderheid een bedrijf is waarvan de moedermaatschappij niet Portugees is, volgens informatie die ECO heeft verzameld van een bron bij het ministerie van Financiën.