Op voorstel van het stadsbestuur krijgen eigenaars van leegstaande panden "in bewoonbare staat" 100 dagen de tijd om ze te gebruiken tot ze gedwongen worden te verhuren, aldus het voorstel dat de regering in openbare raadpleging heeft geplaatst.
"Eigendommen voor residentieel gebruik die als leegstaand zijn aangemerkt, kunnen worden onderworpen aan gedwongen verhuur door de gemeenten, om vervolgens te worden onderverhuurd in het kader van volkshuisvestingsprogramma's", aldus het voorstel dat is gepubliceerd op de website van Lex Consulta.
Daartoe bepaalt de regering dat het aan de gemeenteraden is om een voorstel te doen aan de eigenaar, die "een termijn van 10 dagen na ontvangst" heeft om te reageren. Indien de eigenaar weigert of niet reageert, "en het pand nog 90 dagen leeg blijft staan, zullen de gemeenten overgaan tot de gedwongen verhuur van het pand", zo luidt het.
De uitvoerende macht legt ook uit dat indien het pand werkzaamheden behoeft, deze ook "onder dwang door de gemeenten" kunnen worden uitgevoerd, waarbij de "schadeloosstelling geschiedt op rekening van de verschuldigde huurpenningen".
Zoals reeds door de uitvoerende macht naar voren is gebracht, vallen daarbuiten de "tweede woningen, woningen van emigranten of woningen van personen die om beroeps-, opleidings- of gezondheidsredenen zijn verhuisd", die "door natuurlijke of rechtspersonen met het oog op wederverkoop zijn verworven", alsmede die welke "deel uitmaken van een toeristische onderneming of als plaatselijk logiesverstrekkend bedrijf zijn geregistreerd" of waarvan het gebruik door "lopende rechtsgedingen" wordt verhinderd.
Dit is een van de verschillende maatregelen in het pakket "Meer huisvesting", dat de regering op 16 februari heeft gepresenteerd en waarover tot 10 maart een openbare raadpleging wordt gehouden. De maatregelen zullen ongeveer 900 miljoen euro kosten (exclusief de kosten van werken, aankopen of huur die door de staat kunnen worden betaald) uit de staatsbegroting voor 2023.