Het minimumloon in Portugal "is niet toereikend" om de kosten van levensonderhoud in het land te dekken, die in een veel hoger tempo stijgen dan de gezinsinkomens, zoals het geval is met de huizenprijzen en de energiekosten. Dit scenario plaatst Portugal in de groep van zeven Europese landen waar meer dan 10% van de werknemers het risico loopt in armoede te vervallen.
"Adequate minimumlonen zijn van essentieel belang om fatsoenlijke arbeids- en levensomstandigheden te helpen garanderen, armoede op het werk te voorkomen en de baanonzekerheid te verminderen", aldus Cáritas in haar verslag.
En volgens Cáritas Portugal "is het niveau van het minimumloon niet adequaat, wat leidt tot een hoog niveau van armoede onder werkenden, aangezien de kosten van levensonderhoud sneller zijn gestegen dan de lonen". Een van de voorbeelden is de huizenprijs, die "in het hele land aanzienlijk is gestegen, maar vooral in stedelijke gebieden", aldus de Portugese regering. Een ander voorbeeld zijn de "hoge energiekosten", waardoor veel gezinnen in een situatie van energiearmoede terechtkomen omdat het minimumloon hun behoeften niet kan dekken.
Minimumloon
Van de landen die een vast minimumloon hebben, staat Portugal op de 10e plaats met 775,83 euro per maand (slechts 12 maanden in aanmerking genomen). Maar er zijn zes landen met een minimumloon boven de 1500 euro (Luxemburg, Ierland, Nederland, België, Duitsland en Frankrijk). Lager dan 500 euro per maand zijn Hongarije, Roemenië en Bulgarije, blijkt uit hun studie voor Europa.
Maar "werk hebben betekent niet altijd genoeg geld verdienen om van een fatsoenlijk leven te kunnen genieten", zegt Caritas in haar verslag over Europa. "Een van de redenen die deze daling verklaren, zijn structurele veranderingen op de arbeidsmarkten, zoals digitalisering en de toename van niet-standaard vormen van werk", leggen zij uit, waarbij zij concluderen dat het deze veranderingen zijn die "hebben geleid tot een polarisatie van de lonen, met een toename van zowel laagbetaalde als hoogbetaalde beroepen". Maar het heeft een gevolg: "In de meeste lidstaten van de Europese Unie (EU) is de armoede onder werkenden de afgelopen tien jaar toegenomen".
Er zijn zes landen in Europa waar armoede onder werkenden minder dan 5% van de werknemers treft: Finland (2,9%), Tsjechië (3,5%), Slowakije (4,4%), Ierland (4,4%), Slovenië (4,5%) en België (4,8%). Maar er zijn er ook zeven waar het om meer dan 10% gaat: Roemenië (15,4%), Spanje (12,8%), Luxemburg (12%), Italië (11,8%), Portugal (10,7%), Estland (10,3%) en Griekenland (10,1%).