Deze gegevens zijn door de Europese Commissie bekendgemaakt in het EU-scorebord voor justitie 2022, een document dat vergelijkende gegevens tussen de lidstaten bevat over de efficiëntie, de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de rechtsstelsels.
Een van de geëvalueerde gebieden is de efficiëntie van de rechtbanken in de EU, namelijk met betrekking tot de duur van de procedures.
Van de lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn, staat Portugal op de tiende plaats van EU-landen met de langste procesduur in civiele en handelszaken (ongeveer 300 dagen), met Italië als land met de langste procesduur (meer dan het dubbele van Portugal), gevolgd door Hongarije, Frankrijk, Griekenland, Malta, Spanje, Slovenië, Polen en Finland.
De duur van het proces verwijst naar de geschatte tijd (in dagen) die nodig is om een zaak voor de rechter af te handelen, d.w.z. om in eerste aanleg tot een beslissing te komen. In het geval van Portugal is deze indicator voor de beoordeling van civiele en handelszaken in 2020 gestegen, nadat hij in 2019 was gedaald tot bijna 200 dagen.
Volgens de Europese commissaris voor Justitie, Didier Reynders, is dit "een analyse-instrument dat door de justitiële gemeenschap in Europa zeer wordt gewaardeerd", omdat het "de mogelijkheid biedt om zowel mogelijkheden voor verbetering vast te stellen als om risico's voor de rechtsstelsels aan te pakken".