Het directoraat-generaal Gezondheid (DGS) wil tegen 2027 het zoutgehalte in levensmiddelen met 10% en het suikergehalte met 20% verminderen. Dit zijn twee van de doelstellingen van het nieuwe nationale programma voor de bevordering van gezonde voeding (2022-2030).
Het document stelt de bestrijding van obesitas en de bevordering van gezonde voeding als prioriteiten. Prognoses voor 2030 suggereren zelfs dat voedingsproblemen en overgewicht tabak kunnen inhalen op de ranglijst van risicofactoren die het meest bijdragen tot sterfte.
Volgens een verklaring van het DGS beoogt het nationale programma ter bevordering van gezonde voeding alle vormen van ondervoeding te voorkomen en te beheersen. Daaronder vallen ontoereikende voeding, ondervoeding, onvoldoende inname van vitaminen en mineralen, pre-obesitas en obesitas.
"Na 10 jaar sterk investeren in de twee centrale pijlers van de nationale voedsel- en voedingsstrategie, namelijk de verbetering van de voedselomgeving (bijvoorbeeld met afspraken met de industrie om het voedselaanbod te herformuleren of de regulering van voedselmarketing gericht op kinderen) en empowerment van de burger met educatieve maatregelen, presenteert de strategie maatregelen die meer gericht zijn op het gezondheidssysteem zelf en op het niveau van de zorgverlening", schrijft de DGS in een verklaring.
Het plan ter bevordering van gezonde voeding 2022-2030 schetst ook doelstellingen die op middellange en lange termijn moeten worden bereikt. Tegen 2030 wil men "het percentage van de consumptie van minstens 400 gram groenten en fruit bij volwassenen, kinderen en adolescenten verhogen" en de consumptie van frisdranken en andere suikerhoudende dranken verminderen.
Het document bevat ook doelstellingen om het percentage exclusieve borstvoeding tot zes maanden te verhogen en tegen 2030 de prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen en adolescenten met ten minste 5% te verminderen.