Hier zijn een paar vrij veilige voorspellingen voor wat er het komende jaar in Israël zal gebeuren:

1 - Premier Binyamin 'Bibi' Netanyahu zal niet naar de gevangenis gaan.

2 - De onafhankelijkheid van het Israëlische rechtssysteem zal worden vernietigd. Besluiten van rechters zullen worden onderworpen aan een veto door politici. (Daarom zal Bibi vrij blijven).

3 - Er zal een 'derde intifada' komen, waarbij duizenden Palestijnen en tientallen of misschien zelfs enkele honderden Israëli's omkomen.

4 - De nieuwe Israëlische regering zal zich niet ambtshalve inspannen om deze ramp af te wenden, omdat zij de binnenlandse en internationale opinie voldoende zal afleiden om een zeer grote uitbreiding van het joodse nederzettingenproject op de bezette Westelijke Jordaanoever mogelijk te maken.

5 - Noch de Verenigde Staten, noch Israëls nieuwe Arabische vrienden (de "Abraham-akkoorden" en zo) zullen grote druk uitoefenen op Netanyahu's regering om dit te voorkomen. Ze hebben allebei elders grotere problemen.

6 - Er komt geen burgeroorlog. Zoals Anshel Pfeffer vorige week in Ha'aretz schreef: "Ondanks alle problemen van Israël is het leven hier nog steeds te goed, voor alle Israëlische gemeenschappen, om een burgeroorlog te riskeren. Het verlies van wat er overblijft van Israëls fragiele en beperkte democratie zal een vreselijke klap zijn voor veel, misschien zelfs de meeste Israëli's - maar het zal het niet waard zijn om een echte oorlog voor te voeren."


Oké, laten we dat ontleden, te beginnen met het misschien onbekende idee dat de Israëlische democratie, ooit zo krachtig en turbulent, ten einde loopt. Pfeffer bedoelt niet dat er geen verkiezingen meer komen of dat de Knesset (parlement) wordt gesloten.

Hij bedoelt dat Netanyahu, na vier mislukte pogingen en vijf verkiezingen sinds 2019, erin geslaagd is een stabiele geheel rechtse coalitie te construeren die het (met af en toe wat personele wisselingen) heel lang kan uithouden.

Het is duurzaam omdat 62% van de Joodse Israëli's zich nu identificeert als rechts, en de trend steeds verder naar rechts gaat. Zij is radicaal omdat Bibi gedwongen was extreem-rechtse partijen, die voorheen van alle regeringscoalities waren uitgesloten, binnen te halen om bij de vijfde verkiezingen in november vorig jaar een meerderheid te behalen.

Netanyahu neigt weliswaar naar rechts, maar heeft geen sterke ideologische overtuigingen. Hij is een populistische leider die alles zegt wat bijdraagt tot zijn langetermijndoel om aan de macht te blijven. Dat instinct is versterkt door het feit dat hij terechtstaat voor omkoping, fraude en vertrouwensbreuk, en het bewijs tegen hem is sterk.

Een vorige Israëlische premier is op precies dezelfde gronden tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld, dus Bibi's gevaar was reëel. Zijn pogingen om aan dat lot te ontsnappen hebben de afgelopen vijf jaar de koers van de Israëlische politiek bepaald.

Door extreem rechts in zijn coalitie op te nemen kreeg hij niet alleen de nummers in de Knesset. Het leverde hem ook een contingent kabinetscollega's op die net als hij een einde wilden maken aan de onafhankelijkheid van de rechtbanken.

Hij wilde gewoon dat de rechters alle aanklachten tegen hem zouden laten vallen, desnoods door de wetten te veranderen. Zijn nieuwe bondgenoten in de Religieuze Zionistische Partij wilden een einde maken aan de vervelende verdediging van de mensenrechten door de rechters, waarvan de rechters leken te geloven dat daar zelfs Palestijnse rechten onder vielen. Er moest dus een deal worden gesloten tussen Netanyahu en de RZP - en die hebben ze gesloten.

De leiders van de RZP, racistische schurken als Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir, schijnen te denken dat de deal een snelle groei van joodse nederzettingen in de Palestijnse gebieden en uiteindelijk zelfs de annexatie van de Westelijke Jordaanoever omvat.

Zij beseffen ook dat een nieuwe Palestijnse opstand hun het excuus zou geven dat zij nodig hebben om extreme acties te ondernemen tegen de onderworpen bevolking op de Westelijke Jordaanoever, en zij hebben zich verzekerd van kabinetsfuncties waarmee zij de Palestijnen in die richting kunnen duwen.

Netanyahu is echter een sluwe en verraderlijke politicus. Misschien bedriegt hij hen in de annexatiekwestie, want hij weet veel beter dan zij hoezeer Israël afhankelijk is van Amerikaanse steun. Hij heeft al vaker op de rand van annexatie stilgestaan.

Indien en wanneer de nieuwe intifada uitbarst, zal dat voor deze regering mogelijkheden bieden om extremere acties dan ooit tevoren tegen de Palestijnen te ondernemen. Dat kan een oorlog betekenen met Hamas in de Gazastrook en met Hezbollah in Zuid-Libanon, maar de "Abraham"-partners zullen proberen de andere kant op te kijken.

Bibi is dus eindelijk verlost van zijn problemen, ten koste van het saboteren van de democratie en de rechtsstaat in Israël, en misschien een derde intifada. Kleine prijs om te betalen, denkt hij waarschijnlijk, en een duidelijke meerderheid van de Israëlische Joden is er niet erg boos over.

De gevolgen van dit alles op langere termijn zijn niet groot, maar waarom nu zorgen maken? Misschien gebeurt het wel nooit.


Author

Gwynne Dyer is an independent journalist whose articles are published in 45 countries.

Gwynne Dyer