Volgens een verslag van ECO heeft de Europese Unie (EU) in 2020, halverwege het pandemiejaar, 58% van de verbruikte energie geimporteerd, aangezien de in het communautaire blok geproduceerde energie slechts in 42% van de behoeften voorziet. Volgens Eurostat is Portugal meer dan gemiddeld afhankelijk van externe energie: in dat jaar importeerde het 65% van de verbruikte energie, namelijk aardgas en aardolie. Slechts 5% van deze invoer kwam uit Rusland.
Van alle in de EU beschikbare energie had het grootste deel (34,5%) betrekking op aardolie en derivaten, 23,7% op aardgas, 17,4% op duurzame energie, 12,7% op kernenergie en 10,2% op vaste fossiele brandstoffen (bv. steenkool). Maar 58% van deze componenten werd in 2020 buiten de EU geproduceerd.
En het grootste deel (24,4%) van de in het EU-blok ingevoerde energie kwam uit Rusland, zo blijkt uit gegevens van Eurostat. Aardgas, belangrijk voor de productie van elektriciteit en verwarming, was de component met de grootste blootstelling aan Russische invoer. In 2020 importeerde de EU 46% van het dat jaar gebruikte aardgas uit Rusland, waarmee zij 41,1% van de beschikbare ruwe energie voor haar rekening nam.
Olie, essentieel voor vervoer en de petrochemische industrie, is de component met de op één na grootste blootstelling aan invoer uit Rusland. In 2020 was de EU voor 26% van de invoer van ruwe olie afhankelijk van de Russen, waarmee in 37% van de energiebehoefte werd voorzien.
Vaste fossiele brandstoffen, ten slotte, waren het minst afhankelijk van invoer uit Rusland, namelijk 19% van het totaal. In het specifieke geval van steenkool importeerde de EU 53% van dit materiaal uit Rusland, dat 30% van het EU-verbruik vertegenwoordigde.
Wat het energieverbruik in Portugal betreft, blijkt uit de gegevens van Eurostat dat de Portugese energiemix voor 43,7% wordt gedomineerd door aardolie en derivaten, voor 28,9% door hernieuwbare energie en biobrandstoffen, voor 23,5% door aardgas, voor 2,6% door vaste fossiele brandstoffen en voor 0,6% door elektriciteit. Van alle energie die in 2020 in Portugal werd verbruikt, werd 65,3% ingevoerd - 99,3% uit aardgas en 97,6% uit aardolie.
Russische energie
Eveneens volgens Eurostat was 5% van de in Portugal ingevoerde energie afkomstig uit Rusland: 9,6% van het in het land gebruikte aardgas en 6% van de olie. Portugal is dus, van de 27 lidstaten, het op drie na minst afhankelijk van Rusland wat energie betreft.
De landen die het meest afhankelijk zijn van Russische energie zijn Hongarije (54,2% van de ingevoerde energie komt uit Rusland), Nederland (49%) en Griekenland (46,5%). Aan de andere kant van de tabel staan Ierland (3,2%), Noorwegen (3,9%) en Luxemburg (4,3%).